Interieur voorwerpen uit de Amsterdamse School in het Stedelijk museum in Amsterdam tentoongesteld.
Tentoonstelling wonen in de amsterdamse school. 9 apr – 28 aug 2016. In 2016 keert de Amsterdamse School terug in het Stedelijk. Wonen in de Amsterdamse School is een spectaculair overzicht van interieurontwerpen van de Amsterdamse School: meubelen, lampen, klokken, keramiek, textiel en grafische toepassingen als behang. De tentoonstelling bevat meer dan 500 bijzondere ontwerpen van onder meer Jaap Gidding, Michel de Klerk, Piet Kramer, Hildo Krop en Marie Kuyken. De Amsterdamse School (1910-1930) is een expressieve stroming in de Nederlandse architectuur, ontstaan in Amsterdam. De stroming is wat rijkdom aan vormen betreft uniek in Nederland en betrof niet alleen architectuur maar ook ontwerpen voor meubelen en andere interieuronderdelen zoals lampen, klokken, haarden en textiel. In de jaren ’20 was de Amsterdamse School van groot belang. De expressieve vormen en kleuren waren uniek in Nederland en ook internationaal van invloed.
|
Voorbereidingen viering 200 jarig bestaan van de Koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid in volle gang.
De Koloniën van Weldadigheid, een uniek en waardevol erfgoed, genieten een brede waardering en erkenning en zijn genomineerd voor de werelderfgoedstatus van UNESCO voor 2018. Een belangrijk jaar, omdat tevens de Maatschappij van Weldadigheid haar 200 jarig bestaan viert. Op dit moment werken verschillende partijen binnen het gebied aan diverse activiteiten en ontwikkelingen ter versterking van het gebied. Samen op weg naar de werelderfgoedstatus van UNESCO en het 200 jarig bestaan van de Maatschappij van Weldadigheid. Met het plaatsen van een ornament als toegangsmarkering in de Koloniën, te beginnen in Willemsoord, wordt op 20 april a.s. symbolisch de omvang van de vrije koloniën in Westerveld, Steenwijkerland en Weststellingwerf in beeld gebracht. De ornamenten zijn gemaakt van beton en hebben een beeltenis van Johannes van den Bosch die in 1818 de Maatschappij van Weldadigheid heeft opgericht.
|
Week van ons water.
Van 1 t/m 8 mei is de nationale Week van Ons Water. Het thema dit voorjaar is schoon en gezond water. Oftewel: water als onze vriend. Overal in het land worden uitjes en activiteiten georganiseerd voor jong en oud. Dompel je ook in het Zuiderzeemuseum onder tijdens de Week van Ons Water! Of ga naar het Baggermuseum!
|
Nieuw boek over Sliedrechtse boeren
‘De Sliedrechtse boeren en hun boerderijen’ is de titel van een nieuw boekwerk, samengesteld door Bas Lissenburg van de Historische Vereniging Sliedrecht. Langs de dijk in de vroegere wijken A, B, C en D waren vroeger vele boerenbedrijven gevestigd. Ook langs de Parallelweg, voorheen Wijk E stonden boerenhoeves. De zuidzijde van de rivier de Beneden Merwede was tot eind jaren zestig van de vorige eeuw voor een deel Sliedrechts grondgebied en werd aangeduid als Wijk F. De boerderijen die daar gevestigd waren komen eveneens aan bod. Het is een boekwerk met vele foto’s en daarmee een document om te bewaren. ‘De Sliedrechtse boeren en hun boerderijen’ is een nieuw deel in een reeks waarin eerder verschenen ‘ Bakkers en Groenteboeren’, ‘Melkboeren en Cafébazen’ en ‘De Kruideniers’. Een belangrijk deel van het leven in het midden van de vorige eeuw wordt hiermee in woord en beeld vastgelegd. Het boekwerk is te koop vanaf 30 april bij Boekhandel De Waard, het Sliedrechts Museum en in het Onderhuys van de Historische Vereniging voor het bedrag van zes euro.
|
Breng eens een bezoek aan museum de Casteelse Poort in Wageningen
Naast permanente exposities over het rijke verleden van Wageningen biedt het museum kortlopende tentoonstellingen over speciale onderwerpen uit de plaatselijke historie. Aan het museum is bovendien een galerie verbonden, het Koetshuis, waar kunstenaars hun werk tonen en te koop aanbieden. De oudste objecten in de collectie van het museum zijn werktuigen van vierduizend jaar geleden. Sindsdien is de plek van het huidige Wageningen continu bewoond geweest. De eerste archeologische opgravingen werden hier net als elders in het land ondernomen aan het begin van de vorige eeuw. Daarna is het wetenschappelijke graafwerk steeds doorgegaan. Recent zijn met name veel sporen en objecten uit de vroege middeleeuwen tevoorschijn gekomen, waardoor meer zicht is ontstaan op hetgeen voorafging aan de stichting van de stad Wageningen in 1263. De vaste opstellingen in de Historiezaal documenteren de rijke Wageningse geschiedenis tot ongeveer halverwege de vorige eeuw. De bijzondere rol die Wageningen heeft gespeeld aan het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft geleid tot de inrichting van een speciale Bevrijdingszaal.
|
Ede krijgt nieuw erfgoed centrum
Het plaatselijk museum in Ede is het eerste halfjaar 2016 gesloten. De reden is, dat vanaf 1 januari 2016 wordt gewerkt aan de oprichting van Erfgoedcentrum Ede. Het Historisch Museum Ede heeft 31 december jl. haar deuren gesloten voor het publiek. Op 20 januari is het mooie, historische pand aan het Museumplein verlaten en is de organisatie verhuisd naar cultuurcentrum Cultura. Het nieuwe adres is: Molenstraat 45, 6711 AW Ede. Het Historisch Museum zal samen met diverse instellingen werken aan een breder aanbod op het gebied van het Edese erfgoed. Zo zal naast museale taken ook een kenniscentrum gerealiseerd worden, waar de bezoeker informatie en bronmateriaal kan raadplegen over de gemeente Ede. Educatie zal binnen het Erfgoedcentrum een belangrijke pijler zijn. Op dit moment is er op de begane rond van Cultura een mini tentoonstelling “Ontmoet de Edenaren in heden en verleden”. Men houdt u via de website op de hoogte van de ontwikkelingen. website van het museum |
Veldnamen Drentsche Aa
Alweer enige tijd geleden zijn de veldnamen van het Drentsche Aa gebied geinventariseerd. Theo Spek en Hans Elerie deden jarenlang onderzoek naar veldnamen en het veldnamenboek ‘Van Jeruzalem tot Ezelakker’ is daarvan de uitkomst. De schrijvers vertellen over hun onderzoek, hun bevindingen in relatie tot de geschiedenis en over anekdotes die zij tegenkwamen over het Drentsche Aa gebied. Tot nog maar kort geleden waren veldnamen de straatnamen van het platteland. Elke akker, elk stukje groenland of opvallende plek had een eigen betekenisvolle naam. Op deze manier vonden dorpsbewoners feilloos de weg naar het Torenveen, de Meulenakkers of het Stoefgat. Veldnamen waren vanzelfsprekend en onmisbaar voor de oriëntatie en handig in de communicatie. Het boek ‘Van Jeruzalem tot ezelakker’ is het resultaat van twee jaar studie, veldwerken en experimenteren. Hierbij waren bewoners, wetenschappers, studenten, landschapsarchitecten en kunstenaars betrokken. In het onderzoek naar de veldnamen stonden de dorpen Anloo, Anderen en Gasteren centraal. Het doel van dit boek is vooral: ‘veldnamen weer op de kaart zetten’. Ze zijn een onmisbaar element in een levende lokale cultuur en we kunnen ze een tweede leven gunnen.
|
|
Recente reacties